Van: Faase, F.A. (Frans)
Verzonden: maandag 26 oktober 2015 09:28
Aan: Baijens, R.J.G. (Ramon)
Onderwerp: Geschiktheidsverklaring

Geachte heer Baijens/ Beste Ramon,

In de herfstvakantie werd ik verblijd met een geschiktheidsverklaring.
Volgens het bijgaand schrijven werden deze toegestuurd aan zij-instromers en voormalig vormingswerkers.

En daar begint mijn verwarring. Was ik ooit vormingswerker? Hoewel ik reeds op gevorderde leeftijd ben, zijn er nog geen lacunes in mijn geheugen opgevallen en vertrouw ik mijn geheugen, dat ik dat nooit geweest ben.
Zij-instromer dan. Enige twijfel hier. Een zij-instromer is toch iemand, die vanuit het bedrijfsleven naar het onderwijs komt? Uitgaande van die definitie val ik hier ook uit de boot. Een zeer eenzijdig actief leven is mijn deel. Op mijn zesde door mijn moeder op de lagere school afgeleverd en sindsdien het onderwijs niet meer verlaten. Vanaf 1976 in dienst van een voorganger van het ROC en door alle fusies heen op mijn huidige plaats terechtgekomen. Weliswaar door verschillende onderdelen, nu als colleges aangeduid. Maar wisselen van college/opleiding maakt nog geen zij-instromer. Ook hier kom ik dus tot een negatief antwoord.

Een ander punt van verwarring is, dat in de verklaring het bevoegd gezag verklaard dat ik een scholingstraject pedagogisch-didactische vaardigheden met succes heb afgerond. In het schrijven staat dat men verwacht dat ik dat binnen twee jaar voor elkaar kan krijgen. En momenteel onbevoegd aan de arbeid ben.

Tja, laat ik er nu heilig van overtuigd zijn, dat ik reeds in de vorige eeuw pedagogisch-didactisch geschikt verklaard ben, zie bijgevoegde pdf, en leidinggevenden, salarisadministraties e.d mij al vele jaren als bevoegd docent-BVE beschouwen en nog plezieriger, mij ook een dusdanig salaris uitbetalen.

Gelukkig mag ik, dankzij deze verklaring, zelfs onbevoegd lesgeven. Indien ik dus meerdere decennia in de onterechte waan verkeer, dat ik docent ben, dan kan ik daar gewoon mee doorgaan. Tenslotte is de twee jaar, die het bevoegd gezag me met dit schrijven geeft, het dubbele van wat mij scheidt van het bereiken van de aow-gerechtigde leeftijd. Samen met wat het ABP daar zelfs in deze dagen nog bijlegt, is dat toch echt wel genoeg om vanaf dat moment van de Finale Grote Vakantie te gaan genieten.

Er is dus voor mij geen enkele praktische reden om op de verklaring en het begeleidend schrijven te reageren of enige actie te ondernemen. Indien ik de opgeworpen raadsels tenminste voor lief neem. Maar ja, levenslang leraar: daar wordt je toch eigenwijs van.......

Met vriendelijke groet,
Frans Faase